Pro deo advocaten werken niet voor niets
Pro deo advocaten werken niet voor niets
De discussie over advocaten die op basis van toevoegingen werken duikt regelmatig op in het nieuws. Vaak gaat het dan over de te lage vergoeding die de overheid biedt voor de juridische bijstand aan rechtszoekenden met een lager inkomen. Dit is een terecht aandachtspunt dat blijvende aandacht verdient.
Een belangrijk probleem is dat de vergoeding vaak niet toereikend is vanwege de toenemende tijdsinvestering die nodig is in zaken. Cliënten zijn mondiger geworden, wat meer tijd vergt. Daarnaast leidt de groeiende regeldruk vanuit de Orde van Advocaten en de overheid tot extra administratieve lasten. Waar een advocaat in 2000 een bepaalde zaak relatief snel kon afhandelen, kost diezelfde zaak in 2024 aanzienlijk meer tijd.
Bij toevoegingen is er geen limiet aan de tijd die een cliënt van een advocaat kan vragen. De cliënt betaalt een vaste eigen bijdrage en hoeft zich daarna geen zorgen meer te maken over de tijdsinvestering. Dit legt echter een grote verantwoordelijkheid bij de advocaat om het tijdsgebruik goed te bewaken en duidelijke afspraken te maken. Het is essentieel om vast te leggen wat de advocaat wel en niet doet voor de cliënt, en wat er van de cliënt zelf wordt verwacht.
Een betalende cliënt houdt doorgaans zelf rekening met de kosten, maar een cliënt met een toevoeging moet soms worden gewezen op de grenzen. Een toevoeging is geen blanco cheque en geeft geen recht op onbeperkte telefonische of e-mailcontacten.
Ik hanteer daarbij een eenvoudige stelregel: "Zou u mij ook bellen of mailen als u mijn tijd op uurtarief zou moeten betalen?" Als het antwoord daarop nee is, raad ik aan om vragen te verzamelen en deze in één keer te stellen, via een e-mail of in een telefonisch gesprek. Op deze manier kunnen we efficiënt werken en onnodige tijdsinvesteringen vermijden.